Navigatie
AVG (GDPR) > Artikel 50. Internationale samenwerking voor de bescherming van persoonsgegevens
Download PDF

Artikel 50 AVG (GDPR). Internationale samenwerking voor de bescherming van persoonsgegevens

Article 50 GDPR. International cooperation for the protection of personal data

Ten aanzien van derde landen en internationale organisaties nemen de Commissie en de toezichthoudende autoriteiten de nodige maatregelen om:

In relation to third countries and international organisations, the Commission and supervisory authorities shall take appropriate steps to:

a) procedures voor internationale samenwerking te ontwikkelen, zodat de effectieve handhaving van de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens wordt vergemakkelijkt;

(a) develop international cooperation mechanisms to facilitate the effective enforcement of legislation for the protection of personal data;

b) internationale wederzijdse bijstand te bieden bij de handhaving van de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens, onder meer door kennisgeving, doorverwijzing van klachten, bijstand bij onderzoeken en uitwisseling van informatie, voor zover er passende waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens en andere grondrechten en fundamentele vrijheden bestaan;

(b) provide international mutual assistance in the enforcement of legislation for the protection of personal data, including through notification, complaint referral, investigative assistance and information exchange, subject to appropriate safeguards for the protection of personal data and other fundamental rights and freedoms;

c) belanghebbenden te betrekken bij besprekingen en activiteiten om de internationale samenwerking bij de handhaving van de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens te bevorderen; en

(c) engage relevant stakeholders in discussion and activities aimed at furthering international cooperation in the enforcement of legislation for the protection of personal data;

d) de uitwisseling en het documenteren van wetgeving en praktijken inzake de bescherming van persoonsgegevens te bevorderen, onder meer betreffende jurisdictiegeschillen met derde landen.

(d) promote the exchange and documentation of personal data protection legislation and practice, including on jurisdictional conflicts with third countries.

Overwegingen Richtlijnen & Case Law laat een reactie achter
Overwegingen

(116) Bij grensoverschrijdend verkeer van persoonsgegevens naar landen buiten de Unie kan het voor natuurlijke personen moeilijker worden hun gegevensbeschermingsrechten uit te oefenen, met name teneinde zich te beschermen tegen onrechtmatig gebruik of onrechtmatige openbaarmaking van die informatie. Bovendien kan het voor toezichthoudende autoriteiten onmogelijk worden klachten te behandelen of onderzoek te verrichten met betrekking tot activiteiten in het buitenland. Daarnaast kunnen hun mogelijkheden tot grensoverschrijdende samenwerking worden belemmerd door ontoereikende preventieve of corrigerende bevoegdheden, inconsistente rechtskaders en praktische obstakels, zoals beperkte middelen. Daarom dient nauwere samenwerking tussen de toezichthoudende autoriteiten op het gebied van gegevensbescherming te worden bevorderd met het oog op de uitwisseling van informatie met soortgelijke instanties in het buitenland. Met het oog op de ontwikkeling van internationale samenwerkingsmechanismen om bij de handhaving van de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens internationale wederzijdse bijstand te faciliteren en te verlenen, moeten de Commissie en de toezichthoudende autoriteiten bij activiteiten op het gebied van de uitoefening van hun bevoegdheden informatie uitwisselen en samenwerken met bevoegde autoriteiten in derde landen, op basis van wederkerigheid en overeenkomstig deze verordening.

(116) When personal data moves across borders outside the Union it may put at increased risk the ability of natural persons to exercise data protection rights in particular to protect themselves from the unlawful use or disclosure of that information. At the same time, supervisory authorities may find that they are unable to pursue complaints or conduct investigations relating to the activities outside their borders. Their efforts to work together in the cross-border context may also be hampered by insufficient preventative or remedial powers, inconsistent legal regimes, and practical obstacles like resource constraints. Therefore, there is a need to promote closer cooperation among data protection supervisory authorities to help them exchange information and carry out investigations with their international counterparts. For the purposes of developing international cooperation mechanisms to facilitate and provide international mutual assistance for the enforcement of legislation for the protection of personal data, the Commission and the supervisory authorities should exchange information and cooperate in activities related to the exercise of their powers with competent authorities in third countries, based on reciprocity and in accordance with this Regulation.

Richtlijnen & Case Law laat een reactie achter
[js-disqus]