Navigatie
AVG (GDPR) > Overweging 108
Download PDF

Overweging 108

Recital 108

(108) Indien er geen adequaatheidsbesluit is genomen, dient de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker maatregelen te nemen om het ontoereikende niveau van gegevensbescherming in een derde land te verhelpen door middel van passende waarborgen voor de betrokkene.

Dergelijke passende waarborgen kunnen erin bestaan gebruik te maken van bindende bedrijfsvoorschriften, standaardbepalingen inzake gegevensbescherming die zijn vastgesteld door de Commissie, standaardbepalingen inzake gegevensbescherming die zijn vastgesteld door een toezichthoudende autoriteit of contractbepalingen die zijn toegestaan door een toezichthoudende autoriteit.

Die waarborgen moeten de naleving van gegevensbeschermingsvereisten en de geldende rechten van de betrokkenen voor verwerkingen binnen de Unie waarborgen, waaronder de beschikbaarheid van afdwingbare rechten van betrokkenen en van doeltreffende beroepen, zoals het instellen van administratief beroep of beroep in rechte en het eisen van een vergoeding in de Unie of in een derde land.

Zij moeten met name betrekking hebben op de naleving van de algemene beginselen inzake de verwerking van persoonsgegevens, de beginselen van gegevensbescherming door ontwerp en gegevensbescherming door standaardinstellingen.

Doorgiften kunnen ook worden verricht door overheidsinstanties of -organen met overheidsinstanties of -organen in derde landen of met internationale organisaties met overeenkomstige taken en functies, ook op basis van bepalingen die moeten worden opgenomen in administratieve regelingen, zoals een memorandum van overeenstemming met afdwingbare en bruikbare rechten voor betrokkenen.

De toestemming van de bevoegde toezichthoudende autoriteit zou moeten worden verkregen wanneer de waarborgen worden geboden in niet juridisch bindende administratieve regelingen.

(108) In the absence of an adequacy decision, the controller or processor should take measures to compensate for the lack of data protection in a third country by way of appropriate safeguards for the data subject.

Such appropriate safeguards may consist of making use of binding corporate rules, standard data protection clauses adopted by the Commission, standard data protection clauses adopted by a supervisory authority or contractual clauses authorised by a supervisory authority.

Those safeguards should ensure compliance with data protection requirements and the rights of the data subjects appropriate to processing within the Union, including the availability of enforceable data subject rights and of effective legal remedies, including to obtain effective administrative or judicial redress and to claim compensation, in the Union or in a third country.

They should relate in particular to compliance with the general principles relating to personal data processing, the principles of data protection by design and by default.

Transfers may also be carried out by public authorities or bodies with public authorities or bodies in third countries or with international organisations with corresponding duties or functions, including on the basis of provisions to be inserted into administrative arrangements, such as a memorandum of understanding, providing for enforceable and effective rights for data subjects.

Authorisation by the competent supervisory authority should be obtained when the safeguards are provided for in administrative arrangements that are not legally binding.