Navigatie
AVG (GDPR) > Overweging 104
Download PDF

Overweging 104

Recital 104

(104) Overeenkomstig de fundamentele waarden waarop de Unie is gegrondvest, in het bijzonder de bescherming van de mensenrechten, dient de Commissie bij haar beoordeling van het derde land of van een grondgebied of een specifieke verwerkingssector binnen een derde land, in aanmerking te nemen in welke mate de rechtsstatelijkheid, de toegang tot de rechter en de internationale mensenrechtennormen en -regels in het derde land worden geëerbiedigd, en dient zij de algemene en sectorale wetgeving, waaronder de wetgeving betreffende openbare veiligheid, defensie en nationale veiligheid en openbare orde en strafrecht, van het land in aanmerking te nemen.

Bij de vaststelling van een adequaatheidsbesluit (besluit waarbij het beschermingsniveau adequaat wordt verklaard) voor een grondgebied of een specifieke sector in een derde land, moeten er duidelijke en objectieve criteria worden vastgesteld, zoals specifieke verwerkingsactiviteiten en het toepassingsgebied van de geldende wettelijke normen en wetgeving in het derde land.

Het derde land dient zich ertoe te verbinden een passend beschermingsniveau te waarborgen, in feite overeenkomend met het niveau dat in de Unie wordt verzekerd, vooral wanneer persoonsgegevens in één of meer specifieke sectoren worden verwerkt.

Het derde land dient met name te zorgen voor effectief en onafhankelijk toezicht op de gegevensbescherming en voor mechanismen van samenwerking met de autoriteiten op het gebied van gegevensbescherming van de lidstaten.

Voorts dienen de betrokkenen te beschikken over daadwerkelijke en afdwingbare rechten en daadwerkelijk administratief beroep en beroep in rechte te kunnen instellen.

(104) In line with the fundamental values on which the Union is founded, in particular the protection of human rights, the Commission should, in its assessment of the third country, or of a territory or specified sector within a third country, take into account how a particular third country respects the rule of law, access to justice as well as international human rights norms and standards and its general and sectoral law, including legislation concerning public security, defence and national security as well as public order and criminal law.

The adoption of an adequacy decision with regard to a territory or a specified sector in a third country should take into account clear and objective criteria, such as specific processing activities and the scope of applicable legal standards and legislation in force in the third country.

The third country should offer guarantees ensuring an adequate level of protection essentially equivalent to that ensured within the Union, in particular where personal data are processed in one or several specific sectors.

In particular, the third country should ensure effective independent data protection supervision and should provide for cooperation mechanisms with the Member States’ data protection authorities, and the data subjects should be provided with effective and enforceable rights and effective administrative and judicial redress.